Spring naar content

Foto: Chris van Houts

Bibliografie

Utrechtse notities (Amsterdam: Uitgeverij Meulenhoff, 1968) 45 gedichten (Amsterdam: Uitgeverij Meulenhoff, 1969) Reisverhaal voor Waldemar, Andersen en de grote teen van Kavanagh (Velp: Uitgeverij Egelpers, 1971) De held van het potspel (Amsterdam: Uitgeverij Arbeiderspers, 1974) De twee snoeken (Amsterdam: Uitgeverij Arbeiderspers, 1977) De nachtcactus bloeit (Amsterdam: Uitgeverij Reflex, 1982) Huishoudboekje met rozijnen (Amsterdam: Uitgeverij Reflex, 1984) Het kindercircus (een studie in zwarte en mauve) (Amsterdam: Uitgeverij Veen, 1985) De Nieuwegracht en omstreken (Utrecht: Drukkerij Den Baas, 1990) De NV Dopiplex (1991) Piranesi en zijn dochter (1994) Broholm (1997) De patriot (2003) Zendbrieven van Kaleptykos (2005) Was ik een egel (zendbrieven van Kaleptykos 2) (2006) München 38 (2008)


Links


9. Dirkje Kuik

1929-2008

Dirkje Kuik (Utrecht, 1929 – Utrecht, 2008) was een Utrechts schrijfster, dichteres en beeldend kunstenaar. In 1969 debuteerde ze als dichter met de bundel ’45 gedichten’.

Dirkje Kuik begon haar carrière als William D. Kuik en veranderde later – in 1979 – van voornaam en geslacht. Over haar operatie voor geslachtsverandering schreef ze uitgebreid, met name in ‘Huishoudboekje met rozijnen’. Ze studeerde enige tijd aan de Rijksacademie voor beeldende kunst in Amsterdam. Ze was kunstrecensent bij ‘Het Parool’ en tekende voor ‘Vrij Nederland’. In 1960 richtte Kuik met Moesman en Henc van Maarseveen het grafisch gezelschap ‘De Luis’ op, waar deelnemende kunstenaars elkaar gedurende twintig jaar afwisselden. In 1969 debuteerde ze als dichter met de bundel ’45 gedichten’. Deze bundel wordt gezien als een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse neoromantische stroming. Voor ‘Utrechtse Notities’ uit 1969 ontving Kuik de ‘Prozaprijs van de gemeente Amsterdam’ en het door Kuik zelf geïllustreerde feuilleton ‘De held van het potspel’ uit 1974 werd met de Vijverbergprijs bekroond. Heden en verleden liepen voor Kuik altijd volledig door elkaar: “Het verleden wordt een eigen ervaring”. Kuik was verder geobsedeerd door verval: “Maar ik laat altijd iets groeien uit afval, ik laat het niet alleen maar kapot gaan. De begroeiing toont een optimisme: ik heb een plezier in het verval.”

Kuik beschikte over haar eigen “Kunstzaal Dirkje Kuik” aan de Springweg in Utrecht. Ze is voornamelijk bekend vanwege haar historische romans die vaak spelen in de Napoleontische tijd en die ze zelf illustreerde. Ze legde zich toe op stadsgezichten, figuurvoorstellingen en portretten en was ongeëvenaard in het oproepen van de sfeer van het oude Utrecht.

Dirkje Kuik kwam in 2008 te overlijden. Na haar dood werd haar beeldend werk, een biografisch overzicht van haar leven en beelden werk van tijdgenoten tentoongesteld. In 2008 werd haar voormalig woonhuis van Kuik aan de Oudekamp 1 te Utrecht ter ere van haar werk als museum ingericht. Helaas moest dit museum sluiten. In haar naam is de Stichting Dirkje Kuik opgericht, die, onder meer, jaarlijks de Dode Dichters Prijs uitreikt aan een overleden dichter, schrijver of literator met een vrije geest.

Fragment uit ‘Het Zwart Konijn’ (1983)

“Van lappen tekkels, het speelgoedbeest
het voordeel is, lief, ze ontlopen het feest van je dood niet.
Ze kunnen op de stoffige zolder geraken,
je hebt het recht, je mag geluk vermaken
al is het klein.
Maar luister, weet, ze liggen voor altijd aan je voeten,
vervullen je geest; gestippeld hel van kleur,
geverfd gebloemd; van hout van blik de muis,
ze horen bij je thuis: dood is hun wereld schijn,
zo niet voor het zwart konijn van vlees en bloed.”